Kabeljauw met mosselen: een stijlvol bordje vis. Zilt én zacht.
Bereidingstijd: 35 minuten,
Ingrediënten
Alle ingrediënten zijn voor 4 personen.
- 120 g winterpeen
- 2 kg verse mosselen
- 520 g kabeljauwhaasjes
- 1 el patentbloem
- 2 el milde olijfolie
- 40 g ongezouten roomboter
- 100 g zeekraal
- 150 ml droge witte wijn
- 150 ml verse slagroom
- Voedingswaarde
- 535 kcal energie
- 26 g vet
- 4 g waarvan verzadigd
- 48 g koolhydraten
- 21 g eiwit
Bereiding – Kabeljauwfilet met mosselen, wortel en zeekraal
Schil en snijd de peen in kleine blokjes van een 1⁄2 cm (brunoise).
Spoel de mosselen goed met koud water. Geef openstaande mosselen een tikje op het aanrecht. Gooi weg als ze open blijven staan of beschadigd zijn.
Dep de kabeljauwhaasjes droog met keukenpapier. Bestrooi met peper en zout.
Doe de bloem in een bord en wentel de vis erdoor. Schud overtollige bloem van de vis.
Verhit de olijfolie met de boter in de hapjespan en bak de vis 4 min. op hoog vuur. Keer halverwege.
Verhit ondertussen de rest van de boter in een koekenpan en bak de zeekraal al omscheppend 3 min. op middelhoog vuur.
Houd de vis en zeekraal warm op een warm bord afgedekt met aluminiumfolie.
Doe de peen en mosselen in de hapjespan, zet het vuur hoog en bak 2 min.
Blus af met de witte wijn en slagroom en kook 4 min. met de deksel op de pan. Haal van het vuur.
Gebruik een mosselschelp om de mosselen uit hun schelp te halen. Gooi lege schelpen weg, houd een handjevol apart. Doe de mosselen zelf terug in de saus.
Verdeel de kabeljauw over warme borden. Verdeel de mosselen met peen en wittewijnsaus over de vis.
Verdeel de zeekraal en de achtergehouden mosselschelpen erover en serveer.